De MA2 cursus die we geven aan de faculteit bouwkunde heeft als thema “Tussen droom en werkelijkheid”. Om een gebouw te realiseren is het volgens ons niet alleen belangrijk te dromen over een mooi ontwerp maar ook rekening te met een contextuele werkelijkheid. Althans als je streeft naar het realiseren van je ontwerp.
Een van die werkelijkheden is de zwaartekracht en een andere is weer en wind. Ook menselijke maten zijn bepalend voor de vorm van gebouwen. Denk maar aan de plaats van ramen in relatie tot de plaats van de ogen en de afmetingen van een deur in relatie tot het postuur van de mens. Een deur van anderhalve meter hoog is niet heel praktisch voor veel mensen. Toch kan zes meter hoog best en dat weet je als je een Franse kathedraal bezoekt. Deze fenomenen kunnen we niet ontkennen en ze zitten bijna automatisch in een ontwerp. We gaan in onze cursus in op veel meer, soms wat minder automatische, aspecten die mede bepalend kunnen zijn voor het uiteindelijk ontwerp. Tijdens de cursus behandelen wij bijvoorbeeld de invloed van het bestemmingsplan en van het bouwbesluit. Daarin staan veel aspecten waaraan een ontwerp zal moeten voldoen wil je een vergunning krijgen voor de realisatie. We spreken ook over de invloed van kosten en baten. Meestal is het budget van een opdrachtgever niet ongelimiteerd en zal het ontwerp dat je maakt beïnvloed worden door de hoogte van zijn of haar budget. En dat budget is weer afhankelijk van je doelgroep. Sociale woningen hebben andere baten dan het hoge segment koopwoningen en dat beïnvloed het ontwerp. We behandelen ook duurzaam en energieneutraal bouwen en we laten de studenten nadenken over de betekenis en invloed van circulaire principes.
Met een aantal studenten had ik de afgelopen weken een discussie over “ontwerpvrijheid”. De studenten voelden zich wat ongemakkelijk soms door al die regels, kaders, wetgeving en aspecten. En dat is wellicht begrijpelijk als wij vijf weken achtereen praten over zaken die tussen droom en werkelijkheid instaan en die studenten als een beperking kunnen ervaren.
Graag redeneer ik even verder over het fenomeen ontwerpvrijheid. Hoe zou je daarnaar kunnen kijken? Ik doe een gedachten oefening.
Stel je bent werkzaam als architect en je krijgt van twee opdrachtgevers een aanbieding voor het ontwerpen van een project. De bouwkosten van beide projecten zijn hetzelfde en je honorarium is voor beide projecten ook hetzelfde. Je bent dus in staat even veel te verdienen maar je moet een keuze maken. Het ene project is een woningbouwopdracht voor dure koopwoningen, met een ruim budget per woning in Lelystad in een lege polder waar nu nog koeien grazen en waar geen welstandsregels gelden. Het andere project is de verbouw van een voormalige school in de oude stad van Delft waar een cultureel centrum, een muziekschool, een grand café en een zaal waar bandjes op kunnen treden voor een publiek van vijfhonderd mensen moet worden gemaakt.
Op het eerste gezicht is duidelijk dat de klus in Lelystad de meeste ontwerpvrijheid geeft. Er is namelijk nog niets. De klus in Delft kent een groot aantal beperkingen. De oude stad, de mensen die er al wonen en die weleens tegen het cultureel centrum kunnen zijn en eisen stellen, je hebt te maken met een oud gebouw, wellicht strenge welstandsregels, en allerlei regels rondom akoestiek en een binnenklimaat dat enorm beïnvloed zal worden door 500 dansende mensen. Je zult rekening moeten houden met omvangrijke luchtbehandelings- en koelingsinstallaties.
Voor welke klus kies je? Wordt het de klus in Lelystad of wordt het de klus in Delft? De klus met veel vrijheid of de klus met beperkingen? Wellicht wordt je keuze niet zo zeer bepaald door het fenomeen ontwerpvrijheid, maar door de ontwerpuitdaging. Wellicht vind je de uitdaging belangrijker dan de vrijheid. En wellicht is veel en veel meer creativiteit nodig voor de Delft klus en gaat het je uiteindelijk daarom.
Een aantal jaren geleden werkte ik aan een project met Felix Claus van Claus en Kaan architecten. Hij vertelde mij dat het zijn intentie is om zijn ontwerpen te realiseren. Wij hebben samen het stadsarchief van de gemeente Amsterdam in het oude hoofdkantoor van de ABN-AMRO bank aan de Vijzelstraat gerestaureerd en verbouwd. Ik heb nooit enig moment het idee gehad dat hij of zijn medewerkers ernstige ontwerpbeperkingen voelden bij deze klus. Zij zagen het gebouw en de context van de binnenstad als een uitdaging en benaderde de enorme technische opgave als een essentieel onderdeel van hun architectuur. Zij hebben met deze opdracht een aantal prestigieuze nominaties en prijzen gewonnen: een nominatie voor de gouden piramide en de eerste prijs voor interieurontwerp.
Wellicht levert de werkelijkheid en de realisatie veel meer voldoening op en meer prestige en niet de droom die in alle vrijheid ontstaat en soms niet eens werkelijkheid wordt. Zeker als je vrije droom alleen een prachtig boekje wordt dat ergens in een la verdwijnt. Alle vrijheid maar geen werkelijkheid.