urban Development for Za'atari #2


In mijn vorige post over stedelijke ontwikkeling van het vluchtelingenkamp Za’atari betoogde ik dat het niet veel zin heeft ontwerpen te maken van mogelijke stedelijke ontwikkeling omdat in het kamp een bestuurlijke, politieke, juridische of duurzame economische context om een stedelijke transitie te ondersteunen ontbreekt. Ik heb veel ontwerpen en prachtige idee?n over mogelijke stedelijke ontwikkeling van het kamp gezien waarvan niets is uitgevoerd.
Mijn betoog is dat een politieke, juridische, sociale, economische en bestuurlijke context bepaald of je integrale stedenbouw kunt bedrijven of niet. Als die context ontbreekt kun je ?t dan wellicht beter laten gaan: laisser faire?
Toch lijkt het mij gewenst om voor een kamp als Za’atari, stedenbouwkundige plannen te maken, toekomst visies en scenario?s. Wat mij betreft zijn de veranderingen die onherroepelijk komen voldoende complex om integraal te benaderen.
Wat brengt de nabije toekomst voor Za?atari? Wat gebeurd er als de economie verder groeit en de relatie met de omliggende dorpen en steden intensiveert? Hoe maak je parken en pleinen in dit droge land? Hoe maak je het kamp leefbaarder? Wat gebeurd er als de mensen meer geld gaan verdienen en cabines waarin ze wonen langzaamaan gebouwen worden? Wat gebeurd er als het verkeer tussen kamp de provincie toeneemt en wat als Syri?rs brommers of auto?s gaan kopen? Wat gebeurd er als de controleposten bij de ingang van het kamp verdwijnen en er vrij verkeer ontstaan met de omgeving?
Ik redeneer vanuit een westers stedenbouwkundige traditie die in mijn stad Amsterdam wordt bedreven en onderwezen op de universiteit van Delft. Maar is dit een oplossing voor het kamp?
Er zijn buiten Europa honderden steden die de afgelopen decennia geheel of deels zijn ontstaan en gegroeid zonder enig stedenbouwkundig plan: De favela’s in Brazili?, de barrio’s in Venezuela of de gecekondu van Istanbul. De sfeer in Za’atari lijkt op de sfeer die je daar aan zult treffen. Spontaan en informeel gegroeid functioneren deze steden, mensen zijn er gelukkig of ongelukkig (waar niet?), grijpen kansen, leven in een zelfgemaakte economie en vormen een sociale gemeenschap. Ik zal niet ontkennen dat er in sloppenwijken problemen zijn. Hygi?ne vanwege de open riolen of het ontbreken van drinkwaterleidingen kunnen een ernstig probleem vormen om over veiligheid op straat, criminaliteit en drugshandel maar te zwijgen. Scholen, sportvoorzieningen, infrastructuur of parken ontbreken en toch zijn deze steden een thuis voor miljoenen mensen die willen werken aan een betere toekomst en er is geen architect aan te pas gekomen.
Een groot aantal middeleeuwse dorpen en steden in Itali? of Spanje kennen een ongekende schoonheid maar zijn ontstaan zonder plan, zonder ontwerp. We gaan er graag op vakantie om de sfeer en cultuur te proeven. Deze middeleeuwse steden waren nauwelijks gepland maar zijn langzaam en organisch gegroeid. Ze hadden bij hun ontstaan geen riolering, geen waterleidingen, geen elektra, telefoon of data. Dat is er in de negentiende en twintigste eeuw aan toegevoegd.
Ook Amsterdam was een eeuw geleden een stad van sloppen en verpaupering, armoede en stank. Historicus Auke van der Woud schreef er een prachtig boek over: Koninkrijk vol sloppen. Het is allemaal goed gekomen. Amsterdam is een van de mooiste, welvarendste, schoonste, vrije, culturele steden van de wereld.
Dat is gelukt, omdat er in eerste instantie een bestuurlijke, medische, wetenschappelijke en politieke elite opstond die vond dat ‘t genoeg was met de verpaupering en stank. Door een krachtige sociale en politieke beweging werden wetten aangenomen. Daarna ging men betere huizen bouwen, rioleringen aanleggen en waterleidingen etc. Woningbouwverenigingen werden opgericht en werd er grootschalig in sociale woningbouw ge?nvesteerd. En met de woningwet in de hand gingen architecten de mooiste gebouwen maken waarvan de Amsterdamse school een geweldig voorbeeld is. Men ging werken aan de stedelijke ordening, het aanleggen van pleinen en parken, sportvelden en culturele gebouwen. Sterke sturing en dito stedenbouw hebben onze stad gemaakt. Maar tweede niet zonder het eerste.
Za’atari is al redelijk op weg: rioleringen worden aangelegd en er is een rioolzuiveringsinstallatie, de drinkwater voorziening functioneert, het vuilnis wordt gescheiden opgehaald, alle cabines hebben acht uur per dag elektra, er zijn scholen, speelplaatsen en wijkcentra waar mensen samen komen. Het functioneert.
Moeten we ingrijpen? Ik denk van wel. De geschiedenis van Amsterdam laat dat zien. Eric van de Kooij, mijn collega, stelde de vraag: Why do we plan? We plannen voor welvaart, duurzaamheid, leefbaarheid en geluk.
Dit kan niet zonder politieke sturing, niet zonder een legaal systeem, niet zonder een geaccepteerde vorm van economie en niet zonder (politiek) debat. Daarna kan je de bovengenoemde complexe vragen integraal beantwoorden en vertalen in stedelijke ontwerp. Of wellicht gaat dat wel hand in hand. Hierover meer in mijn volgende post.

Geef een reactie
Misschien ook interessant